Hoofdstuk 3 – De zaak mevrouw Groeneveld
Achtergrond
Mevrouw Groeneveld was een klant die langere tijd moest wachten op de levering van haar matras. De vertraging werd veroorzaakt door problemen met leveranciers: sommige gingen failliet, andere leverden niet de vereiste kwaliteit. Uit zorg voor mijn klanten heb ik er destijds bewust voor gekozen om deze producten niet te leveren totdat de kwaliteit kon worden gegarandeerd.
Alle klanten kregen de mogelijkheid om te wachten of hun geld terug te ontvangen. Ruim 320 klanten zijn toen al volledig terugbetaald. Met de overige klanten waren concrete leverafspraken gemaakt tussen 15 maart 2015 en 15 april 2015.
Mevrouw Groeneveld koos ervoor haar bestelling te annuleren. Op 4 maart 2015 heb ik haar schriftelijk bevestigd dat zij haar betaling zou terugkrijgen waarop zij het volgende antwoord gaf. Klik hier.
Betaalafspraak en communicatie
De afgesproken betaalweek liep tot en met zondag 8 maart 2015. Omdat er destijds in het weekend geen bankverkeer plaatsvond, hebben wij aangegeven dat het bedrag op maandag 9 maart 2015 op haar rekening zou staan.
Desondanks ontving ik op 7 maart 2015, dus twee dagen vóór de afgesproken betaaldatum, een zeer negatief bericht van mevrouw Groeneveld. Klik hier. Dit vond ik op zijn minst onterecht en ik besloot de betaling pas uit te voeren nadat ik persoonlijk contact met haar had gehad. Dat contact is er echter niet meer gekomen, omdat zij een contactverbod met mij werd opgelegd door Kassa Belbus.
Het CBW-Keurmerk
In de televisie-uitzending van Kassa werd ten onrechte gesuggereerd dat ik gebruik zou hebben gemaakt van een vals keurmerk. Deze bewering is onjuist en misleidend.
De feiten zijn eenvoudig te controleren:
- Inschrijving CBW: 15 maart 2014 Klik hier
- Uitschrijving CBW: 17 februari 2015 Klik hier
- Aankoopdatum mevrouw Groeneveld: 6 juli 2014 Klik hier
Tijdens de aankoop van mevrouw Groeneveld was mijn onderneming dus gewoon ingeschreven bij het CBW, een officieel keurmerk waarvan InRetail een onderdeel is. Desondanks wekte de uitzending de indruk dat ik een vals keurmerk voerde. Dit is feitelijk onjuist en heeft ernstige schade toegebracht aan mijn reputatie en mijn bedrijf.
Aangiften en de uitzending van Kassa
Volgens haar eigen verklaring deed mevrouw Groeneveld aangifte bij de politie en schakelde zij Kassa Belbus in op 7 maart 2015 – nog vóór de afgesproken betaaldatum. De uitzending vond echter pas plaats op 11 april 2015.
Uit officiële documentatie blijkt dat er tot en met 11 april 2015 géén aangifte tegen mij was gedaan, ook niet door mevrouw Groeneveld. Slechts één aangifte dateert van 18 maart 2015, ruim na de eerste contacten met Kassa Belbus.
Het was bovendien Kassa Belbus zelf die mij op 16 maart 2015 benaderde voor een interview afspraak. Uit zorg voor openheid heb ik toen mijn klanten geïnformeerd dat er mogelijk opnieuw vertragingen zouden ontstaan. Dat sommige klanten daar boos over werden, is begrijpelijk, maar het rechtvaardigt geen suggestieve en feitelijk onjuiste beeldvorming.
Verklaring van de politie
Om duidelijkheid te krijgen, heb ik meerdere keren contact gezocht met de politie om bevestiging te vragen van de data van de vermeende aangiften. Vanwege de AVG-wetgeving werd die informatie aanvankelijk niet verstrekt. Uiteindelijk heb ik via de Privacydesk van het hoofdbureau van politie in Den Haag wel inzage gekregen in een formele verklaring.
Uit deze verklaring blijkt ondubbelzinnig dat er tot en met 11 april 2015 géén aangifte tegen mij bestond.
De juridische nasleep
Na de uitzending van 11 april 2015 volgden alsnog diverse aangiften. In een uitspraak van de kantonrechter uit 2018 werd gesteld dat er “meerdere aangiften” tegen mij waren. De rechter ging daarbij echter volledig voorbij aan het feit dat deze aangiften pas ná de uitzending werden gedaan — als direct gevolg van de onjuiste berichtgeving van Kassa.
Deze gang van zaken voelt als volgt:
“Uw huis is in brand gestoken. U sleept de brandstichter voor de rechter. De rechter zegt vervolgens:
‘Ik vind het geen onrechtmatige daad en veroordeel u tot het betalen van de benzine die is gebruikt om uw huis aan te steken.’”
Manipulatie in de uitzending
In het uitgezonden fragment werd de kijker misleid. Er werd een scène getoond waarin een vrouw op 7 maart 2015 aangifte tegen mij zou hebben gedaan, begeleid door de voice-over: “Ze doet zelfs aangifte bij de politie, maar ook dat hielp niet.”
De werkelijkheid is anders. Op dat moment bestond er geen aangifte, en ik beschikte nog steeds over een geldig CBW-keurmerk. Bovendien had ik mevrouw Groeneveld op 17 maart 2015 gewoon terugbetaald. Dat was 3 dagen voor het interview en ver voor de uitzending op 11 april 2015.
Zij schreef zelf later dat zij de aangifte had ingetrokken en Kassa Belbus daarvan op de hoogte had gesteld. Toch kreeg ik van Kassa te horen dat dit niet het geval was en dat de uitzending gewoon doorging.
Het bewijsmateriaal
Om volledige transparantie te bieden, heb ik zowel het interview dat ik op 20 maart 2015 gaf als de volledige uitzending van 11 april 2015 beschikbaar gesteld. Het interview heb ik destijds discreet opgenomen om aan te tonen hoe de montage van de uitzending selectief en misleidend is toegepast.
Het door mij afgegeven interview:
De volledige uitzending:
Conclusie
De uitzending van Kassa Belbus heeft een misleidend en onjuist beeld geschetst.
De feiten tonen aan dat:
- ik beschikte over een geldig CBW-keurmerk ten tijde van de aankoop,
- er vóór de uitzending geen aangifte tegen mij was gedaan,
- mevrouw Groeneveld haar geld heeft ontvangen,
- en dat de uitzending een onjuiste indruk heeft gewekt bij het publiek,
- het een volledig in scene gezette uitzending was.
De schade voor mijn onderneming en mijn persoonlijke reputatie is groot geweest. Met deze verklaring wil ik de feiten rechtzetten en laten zien hoe zorgvuldig manipulatie en onvolledige informatie kunnen leiden tot een verkeerd en onterecht beeld.
Maar helaas overtuigde Kassa belbus de kijker ervan dat ik een oplichter was die een vals keurmerk gebruikte met grote gevolgen.