De Consumentenbond, de politie en het Openbaar Ministerie
Een dag na de uitzending verscheen er op het Klachtenkompas van de Consumentenbond alweer een “fijn” bericht over mij. Zonder enige controle, zonder enige vorm van monitoring, gewoon doorgelaten alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
Pas na een telefoontje van mijn vrouw werd het bericht direct verwijderd. Zo zorgvuldig worden dus klachten beheerd door een organisatie die pretendeert consumenten én ondernemers te beschermen.
De politie en het verhoor van mijn vrouw
Na de uitzendingen van zowel Kassa Belbus als Tros Opgelicht ontving mijn vrouw een oproep voor verhoor door de politie, omdat het bedrijf op haar naam stond.Voor haar was dit verschrikkelijk. Ze bemoeide zich totaal niet met de bedrijfsvoering en had een vaste baan. De enige overtreding die ze ooit had begaan was waarschijnlijk een parkeerboete.
De spanning was enorm. We hadden dringend juridische hulp nodig. Na lang zoeken vond ik een advocaat die bereid was haar bij te staan. Op de dag van het verhoor kwam hij haar thuis ophalen. Hij zou haar later weer terugbrengen op dezelfde parkeerplaats.
Die ochtend had ik, door alle stress, de avond ervoor iets te diep in het glaasje gekeken. Ik besloot op de bank te gaan liggen, ervan overtuigd dat het verhoor uren zou duren. Maar tot mijn verbazing waren ze binnen no-time terug. De advocaat liep mee naar binnen. Ik schaamde me dood — mijn haar stond nog net niet recht overeind. Maar het bleek een fantastische advocaat.
De politie wilde helemaal geen advocaat bij het verhoor, maar hij liet zich niet wegsturen. Het gesprek duurde niet lang en uiteindelijk besloot de politie mijn vrouw niet te vervolgen.
Wel kreeg ze te horen dat ik onderzocht zou worden. Logisch — de aangiften waren tegen mij, niet tegen haar.
Ondertussen liep er via een andere advocaat een civiele procedure tegen Kassa Belbus/BNNVARA en wachtten we op het vonnis.
Aangifte bij het Openbaar Ministerie – laster en smaad
De advocaat die mijn vrouw bijstond, adviseerde mij om een tegenactie te starten: aangifte wegens laster en smaad tegen BNNVARA en de Tros. We deden de aangifte rechtstreeks bij het Openbaar Ministerie. Wat er toen volgde was een ellenlange periode van wachten.
Het OM staat erom bekend dat zaken even kunnen duren, maar dit was van een ander niveau. Elke keer dat ik belde, kreeg ik een uiterst vriendelijke mevrouw Sanches, die zelf vond dat het “duidelijk laster” was en dat het OM dit zeker zou oppakken.
Ik moest alleen geduld hebben… Dat geduld raakte echter op.
Mijn bezoek aan het OM in Utrecht
Ik besloot zelf naar het OM in Utrecht te rijden — met alle bewijsstukken onder mijn arm. Ik dacht: als ik daar ben en ze weten dat ik onderzocht word, dan komen ze vast wel met me praten.
Bij de receptie werd ik direct tegengehouden. Ik had eerst een afspraak moeten maken. Vreemd, aangezien op de correspondentie gewoon het bezoekadres staat, zonder enige melding over afspraken. Ik vroeg de receptioniste toch even door te geven dat dhr. Alsemgeest er was en dat er een onderzoek naar mij liep.
Maar nee.
Er kwam niemand.
Er werd geen uitzondering gemaakt.
Een afspraak was “verplicht”.
Ik liet mijn bewijsstukken achter en reed teleurgesteld terug naar huis.
Wachten, bellen, e-mailen… en dan eindelijk een antwoord
Er gingen weer weken voorbij.
Ik bleef bellen en e-mailen.
Eindelijk viel er een brief op de mat.
Met trillende handen maakte ik hem open.
“Niet ontvankelijk.”
Met andere woorden:
het OM ging er niets mee doen.
Maar op dezelfde brief stond doodleuk een verwijzing naar slachtofferhulp.
Hoe ironisch wil je het hebben?
Ik vroeg om een heroverweging, gezien de ernst van de zaak. En wonder boven wonder — enkele tijd later kwam er een nieuwe brief. Ze gingen het tóch oppakken. Ik was zo blij als een kind. Eindelijk leek er iets te gebeuren.
Ik moest wel eerst een klachtenbrief schrijven — een soort formele toestemming voor onderzoek. Mijn advocaat stuurde die in.
Daarnaast moest ik contact opnemen met rechercheur Scholten in het Westland, die de zaak zou uitzetten.
Het gesprek met Rechercheur Scholten
Ik belde hem vlak na zijn vakantie.
Hij reageerde vriendelijk en enthousiast:
“Ja meneer Alsemgeest, ik heb uw klacht net gelezen. We kunnen beginnen. Gefeliciteerd!”
Ik stelde twee vragen:
- Was er al onderzoek gedaan?
Nee, zonder klachtenbrief kon men niets. - Waarom is de heroverweging een paar dagen geleden alsnog ingetrokken?
Hij schrok duidelijk.
Hij ging ervan uit dat dit “van hogerhand” was besloten. - In één klap stond alles weer stil.
Een frustrerend slotstuk
Het OM liet — en laat — veel steken vallen.
Voorbeelden?
- “We zijn uw dossier kwijt.”
- “Uw dossier ligt op een andere locatie.”
- Wekenlange stilte.
- Tegenstrijdige beslissingen.
- En een eindeloze bureaucratie die eerder remt dan helpt.
Het was opnieuw een periode van frustratie en machteloosheid.
Een periode waarin je vooral leert dat je als individu soms compleet wordt vermalen door systemen die eigenlijk bescherming zouden moeten bieden.